De postcode 7968 bestaat niet. De postcode in Verlaine is 4537.
Deze straat is niet in Verlaine
Verlaine is een dorp in de provincie Luik.
-
068 was het regionummer van een ander gebied in het Franssprekend gedeelte van België. 041 was de regiocode van Verlaine.
Aanwezig in twee andere zones in Wallonië
De vrouw checkte in onder de naam Jennifer Fergate voor een kamer die ze gereserveerd had voor haar en Lois Fergate. Het adres dat ze gaf in het Belgische dorpje Verlaine bleek niet te bestaan. Het telefoonnummer dat ze gaf aan de check-in is gevonden op twee plaatsen in België, maar niet in de gegeven regiocode.
Vlak na het schietincident meldde de Belgische politie dat noch Lois noch Jennifer Fergate bestond.
Het hotel had haar naam geregistreerd als “Fairgate”, hoewel ze tekende onder “Fergate”. VG gebruikte de spelling die ze zelf koos.
De autopsie beantwoorde een paar vragen. De vrouw zei dat ze 21 jaar was. De forensisch onderzoekers denken dat ze ouder was: 30 of vijf jaar jonger of ouder. Haar ogen waren blauw, haar haar was donker en kort. Ze woog 67 kg en was 159 cm groot
Geen paspoort, geen portemonnee of kredietkaart gevonden.
Het wapen bevatte geen vingerafdrukken. Vingerafdrukken waren wel gevonden op glas, een chipszak, een flesje parfum en drie flessen frisdrank van de minibar. Deze behoorden tot de Plaza-vrouw. De vingerafdrukken waren onbekend voor Interpol.
Het gebit van de vrouw, in goud en porselein, was relatief duur, en van een type dat veel gebruikt wordt in de Verenigde Staten, maar ook in sommige Europese landen, zoals Nederland, Duitsland en Zwitserland.
Politie-interviews met de hotelmedewerkers wezen uit dat de vrouw zowel Engels als Duits sprak.
Heel weinig mensen zagen de vrouw van de Plaza terwijl ze in het hotel was. De onderzoekers, die concludeerden dat ze zelfmoord gepleegd moet hebben, waren geneigd om te geloven dat ze het grootste deel van de tijd in haar kamer doorbracht. Was ze een radeloze vrouw die naar Oslo kwam om te sterven?
Wanneer ze woensdagnacht incheckte, kreeg ze twee sleutelkaarten. De twee gasten zouden tot vrijdag blijven. Vrijdagochtend kwam de vrouw naar de receptie en verlengde ze het verblijf tot zondag en ze kreeg twee nieuwe sleutelkaarten.
Afdrukken van het deurslotsysteem toonden dat de sleutelkaarten slechts vijf keer waren gebruikt gedurende de drie dagen. Het systeem is gemaakt om enkel de toegang met de sleutelkaart te registeren, niet de keren dat de deur wordt geopend van binnenuit om iemand binnen te laten.
Scroll naar rechts om de hele tijdlijn te zien
De pijlen tonen wanneer de sleutelkaarten werden gebruikt om de deur naar Jennifer’s kamer openen
Jennifer is niet in de hotelkamer in deze periode.
3 ingangen
12:44-12:50
Huishouden
= Jennifer komt binnen
de hotelkamer
20:04
Veiligheidshoofd van
Oslo Plaza komt
de hotelkamer binnen
00:21
11:03
22:44
08:34
08:50
Woensdag 31 mei
Donderdag 1 juni
Vrijdag 2 juni
Zaterdag 3 juni
Twee getuigen:
- Niemand in de kamer
- De kamerbediende maakt het bed op
15:30:
Extra donsdeken toegevoegd
20:23:
Room service
20:04:
Jennifer dood aangetroffen
Extra donsdeken niet gebruikt
Het bed onbeslapen – één donsdeken
Twee donsdekens
Woensdag, om 10u44 opende Jennifer Fergate de deur van kamer 2805 voor de eerste keer. Een beetje later moet zij (of iemand anders) zijn weggegaan, vanaf 12u21 was de sleutelkaart opnieuw gebruikt.
De volgende ochtend, donderdag, werd de kaart gebruikt om 8u34. Was ze weggegaan om te ontbijten?
De volgende binnenkomst die werd geregistreerd was op vrijdagochtend om 8u50. Dit keer werd de nieuwe kaart gebruikt, dus moest ze de receptie hebben bezocht en haar verblijf hebben verlengd vooraleer ze wegging. Een hotelmedewerker zag haar de kamer binnengaan en het bordje ‘niet storen’ buiten hangen.
De kaart werd voor het laatst gebruikt dezelfde dag om 11u03. Nadien werd de deur niet meer geopend tot het Veiligheidshoofd de kamer binnenkwam en Jennifer Fergate zaterdag om 20u04 dood aantrof.
VG onderzocht de sleutelkaart samen met enkele getuigenissen van de vrouw. Het werd duidelijk dat ze buiten haar kamer was voor een lange tijd:
Donderdag, net voor 13u, werd de kamer gekuist door bediende Vigdis Valø en een 19-jarige stagiair. In verklaringen in de daaropvolgende week, zeiden beiden dat niemand anders op dat moment in de kamer was.
De deur was niet opnieuw geopend, niet door medewerkers, noch door gasten, tot de volgende ochtend 8u50.
Dat wil zeggen dat Jennifer Fergate donderdag de kamer had verlaten tussen 8u34 en 12u44 en niet was teruggekeerd tot de volgende dag om 8u50.
De kamer stond leeg voor op z’n minst 20 uur, maximaal 24.
Vrijdagavond om 20u06 bestelde Jennifer Fergate eten van de room service van het hotel. Om 20u23 kwam het eten aan. Kristin Andersen, die het bracht, merkte op hoe ordelijk de kamer was. Die leek onaangeroerd, inclusief het bed
De vrouw van de Plaza (als zij het was) belde het hotel op woensdagnamiddag en veranderde de dag van aankomst tot diezelfde dag en zei dat er twee personen zouden komen. Ze gaf Lois Fergate als de naam van de andere persoon.
Receptionist Sascha René Anonsen checkte haar diezelfde avond in. Hij heeft een vage herinnering van de vrouw, die alleen aan de receptie incheckte en de sleutelkaarten in ontvangst nam voor haar kamer. Maar hij is niet zeker.
Receptioniste Evy Tudem Gjertsen is zeker dat ze de vrouw van de Plaza aan de toonbank zag met een donkerharige man. Dat was haar verklaring van 22 jaar geleden, maar daar bleef ze bij tot de dag van vandaag. Ze is onzeker of de man haar ook vergezelde bij aankomst. Aan de politie beschreef ze de man als een beetje langer dan de vrouw, ongeveer 185 cm en een beetje ouder, 35-40 jaar oud.
Tudem Gjertsen kan niet met zekerheid zeggen of zij het Koppel had gezien bij de check-in of later op de avond. Ze heeft het gevoel dat de man over de toonbank kwam met geld, mogelijk dollars, om het te ruilen.
Niemand merkte een mannelijke gast op in kamer 2805. Het parfum dat werd gevonden in de kamer was voor mannen. De enige vingerafdruk dat werd gevonden op het flesje was van de vrouw van de Plaza.
Het bed was klaargemaakt voor twee personen, maar de vrouw van de Plaza, trok een van de donsdekens van het bed. Toen de kamer was schoongemaakt de volgende dag was het extra donsdeken in de kast gelegd en was het bed opgemaakt voor één persoon. Het onderzoek van VG toonde dat de vrouw niet in de kamer was gedurende 20 of 24 uur, inclusief donderdagnacht. Vrijdagavond was het bed nog altijd opgemaakt voor één persoon, met één donsdeken. Toen de vrouw van de Plaza zaterdagavond dood werd aangetroffen, waren er nochtans twee donsdekens op het bed, één op elke kant van het bed.
Het horloge was een Citizen Aqualand, model CQ-1021-50. Het serienummer was C022-088093 Y, 2010779, GN-4-S. Als iemand van onze lezers een vergelijkbaar horloge heeft met dezelfde serienummers, laat ons alstublieft weten waar je het hebt gekocht.
Op haar linkerpols droeg de vrouw van de Plaza een omvangrijke Citizen Aqualand duikershorloge. Interpol hield een onderzoek in de Japanse horlogefabriek in Tokio en rapporteerde dat het horloge in kwestie drie jaar oud was en was gemaakt in januari 1992. De maker kon niet zeggen waar het horloge was verkocht.
Binnenin het horloge bevonden zich drie 370-type batterijen, gemaakt door de Zwitserse batterijfabriek Renata. Een afdruk van iedere batterij toonde dat ze werden gemaakt in december 1994. De fabriek vertelde de onderzoekers dat de batterijen waren verzonden naar groothandelaars en dealers in december 1994 en januari 1995. De fabriek maakt iedere maand miljoenen batterijen.
Elk van de batterijen had een opschrift “W395”. De onderzoekers leerden dat horlogemakers zo altijd de datum van batterijvervanging aangeven. Het opschrift W395 betekende dat de batterij was vervangen in maart 1995 door een horlogemaker met het initiaal W, ofwel in zijn naam of in de naam van zijn bedrijf. De politie vond nooit de horlogemaker in kwestie.
2
HERSTAL
LIÈGE
LIÈGE AIRPORT
4
GRÂCE-HOLLOGNE
VERLAINE
SERAING
1
3
1Non-existent: Rue de la Stehde bestaat niet in Verlaine, maar kan het dat de vrouw van de Oslo Plaza probeerde om iets anders te schrijven?
2Browning: Het wapen waarmee de vrouw van de Plaza om het leven doodde was gemaakt in de Browning fabriek in Herstal, net buiten Luik.
3Nearby towns: Het Belgische telecombedrijf meldde dat er zeven telefoongesprekken overeen kwamen met diegene die de vrouw van de Plaza probeerde te bellen. Allemaal waren ze gelokaliseerd in de buurgemeentes van Grâce-Hollogne en Seraing.
4Turning point: Julie Lejeune en Melissa Russo waren amper acht toen ze werden vermoord door seksueel misbruiker Marc Dutroux. De zaak leidde tot een grote verandering in de manier waarop zaken en een alarm van vermiste personen in Europa werd behandeld.
Het registratieformulier dat de vrouw van de Plaza invulde, omvatte niets anders dan valse informatie, inclusief haar naam en die van haar mysterieus gezelschap.
Het Belgische dorp dat ze opgaf als haar woonplaats, Verlaine, bestaat, maar de postcode die ze gaf is fout. Het dorp met 3000 inwoners ligt in het oosten van Wallonië, ongeveer 20 kilometer van Luik.
Het telefoonnummer dat ze intoetste, was ook niet meer in gebruik. De regiocode was niet die van Verlaine, maar kwam overeen met een ander gebied. Het zes-cijferige telefoonnummer bestaat op twee plaatsen in België, maar niet in het gebied waar de code was voorzien.
De straatnaam die ze opgaf, Rue de la Stehde 148, bestaat niet.
Net zoals het bedrijf waarvoor ze werkte ook niet bestond, Cerbis. Maar er was een groot Belgisch bedrijf met bijna dezelfde naam, Cerberus.
Volgens het politiedocument probeerde de vrouw van de Plaza twee nummers in België te bellen vanuit haar hotel. De nummers waren identiek, behalve voor één cijfer. Interpol besloot snel dat geen van beide nummers bestond. Op vraag van de Noorse politie maakte het Belgische telecombedrijf Belgacom een lijst met zeven telefoonnummers die het dichtst in de buurt kwamen van diegene die de vrouw van de Plaza probeerde op te bellen. VG keek in de gebieden die waren aangeduid door de nummers, zonder dat nieuwe informatie aan het licht kwam.
Op dat moment had België twee politie-autoriteiten: de politie en de gendarmerie. Als een persoon verdween, werd aan de aangever verteld om 24 uur te wachten. De communicatie tussen de twee politiediensten was gebrekkig. De zaak rond Marc Dutroux, die werd veroordeeld tot gevangenschap voor kidnapping, foltering en seksueel misbruiken van zes jonge meisjes, leidde tot een nieuwe reeks van procedures bij de politie omtrent vermiste personen in enkele Europese landen.
De dood in de Oslo Plaza gebeurde voor de verandering van procedures.
Twee schoten werden afgevuurd in kamer 2805. Het politieonderzoek concludeerde dat de eerste kogel door het kussen, de matras en de bed ging en stopte tegen de betonnen vloer. De volgende kogel beëindigde het leven van de jonge vrouw.
Hij kwam binnen langs de voorkant van het hand en verliet het lichaam langs de achterkant van het hoofd. Toen de vrouw dood werd aangetroffen, hield ze nog steeds het wapen vast in haar rechterhand. Haar greep op het wapen was omgekeerd, wat wil zeggen dat ze haar duim gebruikte om de trekker over te halen, met de andere vingers pakte ze het handvat vast. Haar rechterhand, die het wapen vasthield, rustte op haar borst.
Het pad van de kogel geeft aan dat het shot was afgevuurd toen de vrouw op haar rug lag op bed. In het crime scene rapport was de kolf als volgt beschreven: “De rechterduim van het lijk lag tegen de trekker, die dus was gebruikt in die positie. Toen het wapen werd losgelaten, was een ‘klik’ te horen toen de trekker naar voor bewoog.
Het bovenste deel van het kussen was besprenkeld met bloed van het slachtoffer. Daaronder lagen roetsporen van het wapen, wat wil zeggen dat het kussen moet zijn gedraaid nadat het eerste schot was afgevuurd.
Beide kogelgaten in de matras lagen onder het hoofd van de dode vrouw, ongeveer 7,5 cm van elkaar. Het bloedverlies was substantieel. De bedlinnen en de matras waren doordrenkt. Bloeddruppels werden gevonden op het kussen, de telefoon, het nachtkastje en op de muur tot aan het plafond, met enkele spatten zelfs op het plafond.
In het autopsierapport schreef de forensisch onderzoeker: “Er zijn geen tekenen van bloedspatten op de handen” Torleiv Ole Rognum, een professor in de forensische medicijnen, vond dit “frappant” dat er geen bloedspatten waren op de handen:
”We weten dat er bloedspatten tot op het plafond waren”, zegt hij. “Het slachtoffer had zelfs haar duim nog rond de trekker en haar vinger rond de kolf. Dus is het raar dat er geen bloedsporen zijn op haar handen.”
Hij voegt eraan toe: “Sommige zelfmoordenaars hebben ook krassen of afdrukken op hun vingers van de terugslag. In deze zaak zijn er geen afdrukken op de vinger of de trekker. Een 9 mm pistool geeft een krachtige terugslag.”
Forensisch technici namen stalen van de huid en beide handen door gebruik te maken van carbon tape. De test onthulde geen tekenen van kruitsporen. Rognum vindt dit ook eigenaardig.
hoofddokter Bernd Karger van de Institute of Legal Medicine aan de Universiteit van Münster, in Duitsland, beschrijft het gebrek aan bloedspatten en kruitsporen als “verrassend”.
“Als alles in deze zaak wijst naar zelfmoord en ik dit nadien onder ogen krijg, maakt dat me ongemakkelijk,” vertelt Karger aan VG. “Ik wil niet zeggen dat dit sowieso geen zelfmoord is, maar ik zou dit als een probleem beschouwen. Ik zou de politie hebben geadviseerd om dit verder te onderzoeken.”
Het wapen dat het leven van een jonge vrouw beëindigde was een 9 mm Browning pistool.
Het serienummer was weggevijld. “De verwijdering was erg professioneel,” volgens het rapport. Experten van het labo in Kripos, de Nationale Dienst voor Crimineel Onderzoek, slaagde erin om delen van het serienummer terug leesbaar te maken. Er zijn twee rijen met nummers en lettercombinaties, gedrukt over elkaar. In iedere serie konden de experts zes letters of cijfers te herstellen, maar er bleven drie karakters over voor een compleet serienummer.
Het wapen is een krachtig, semi-automatisch pistool. Wanneer een schot wordt afgevuurd wordt de volgende kogel automatisch in de kogelkamer geduwd. Het magazijn bevat negen kogels.
Het wapen werd in grote oplage gemaakt in de Browning fabriek in het Belgische Herstal. De Belgische politie kwam erachter dat het wapen werd gemaakt in 1990 of 1991, maar kon de Noorse collega’s niet verder helpen.
Een totaal van 6.000 serienummers lag opgeslagen in drie verschillende wapenarchieven: het eigen register van het bedrijf, het centrale wapenregister van gestolen wapens. Toen de archieven nog niet waren gedigitaliseerd, was dit een onmogelijke opdracht voor de politie om dit nummer manueel te zoeken in de ontelbare combinaties.
Er was niets in de kamer dat verraadde wie de vrouw van de Plaza was. De politie vond geen handtas, geen rijbewijs, geen sleutels. De elegante jonge vrouw was voorzichtig opgemaakt en zichtbaar op haar hoede met haar uiterlijk, kleding en stijl. Geen toiletspullen of cosmetica werd gevonden. Het enige persoonlijke item was een flesje mannenparfum, Ungaro Pour L’Homme 1.
Alles dat de identiteit van de dode vrouw kon onthullen was weggenomen. Alle logo’s en labels, met een uitzondering, was systematisch weggenomen van de kleding van de vrouw. Sommige waren eraf geknipt, steek bij steek. Andere waren weggesneden.
Het enige kledinglabel dat niet was weggenomen was van een grijze vrouwenblazer in de kast. De jas was van het Duitse modehuis René Lezard, en het zou onmogelijk zijn om het label eraf te halen zonder in de voering te knippen. De politie leerde dat het was verkocht in Duitsland. Een turquoise-groen reiskoffer was van de Duitse fabrikant Travelite.
Op de lederen zolen van de zwarte schoenen van de vrouw van de Plaza, was de naam van de fabrikant verdwenen, alleen ‘Made in Italy’ stond er nog in goud geprint.
De politie vond geen ander paar schoenen in de kamer. Toen kamermeisje Vigdis Valø, 52, de kamer schoonmaakte op donderdag, merkte ze een paar schoenen op onder het bagagerek “omdat ik vond dat ze er mooi uitzagen.” Valø had foto’s gezien van de schoenen die de vrouw droeg en ze was zeker dat het niet dezelfde waren.
Op het bagagerek lag er een katoenen trui en een lang, elegante zwarte lederen jas. In de kast hing een mouwloze blouse, de grijze blazer en een iets langere jas. De turquoise zak, die in een eenzitzetel lag, bevatte een zwarte panty, een zwarte zijden topje en drie blondgekleurde bh’s.
De enige kleren die in de kamer lagen, waren de kleren die de vrouw droeg: schoenen, sokken, bh, lange zijden onderbroeken en een smalle katoenen jas. Allemaal in het zwart.
Er waren geen panty’s gevonden, behalve de shorts die ze aanhad. Er waren ook geen rokken en broeken gevonden.
Een Noorse 50-kronerbriefje dat ze als fooi gaf op de avond van voor ze stierf is het enige spoor van geld in de zaak.
Na een jaar gaf de politie de moed op. Geen van de aanwijzingen die de onderzoekers volgden brachten hen dichter bij de waarheid. De vrouw van de Plaza bleef zo een even groot mysterie als toen ze werd gevonden.
Op vrijdag 2 juni, 36 uur voor de vrouw van de Plaza dood werd aangetroffen, werd ze gezien door kamermeisje Karin Løvbrøtte, die haar het bordje ‘niet storen’ aan de deur zag hangen.
Op een bepaald moment was de vrouw van de Plaza weggegaan, want om 11u03 kwam zij (of iemand anders) opnieuw binnen. Vanaf dan verliet ze de kamer niet meer, tenzij ze wegging en iemand anders liet haar terug binnen in de kamer zonder de sleutelkaart te gebruiken.
Om 20u06 bestelde ze eten bij de room service van het hotel, een “Hotbite” van braadworst en een aardappelsalade. Verantwoordelijke Kristin Andersen bracht het eten naar boven en werd binnengelaten om 20u23.
De vrouw van de Plaza stond klaar met het 50-kroner briefje, een ongewoon genereuze fooi. Andersen herinnert zich dat er geen bezittingen zichtbaar waren in de kamer, het zag er allemaal steriel uit.
Een dag later, toen de forensische technici de plek onderzochten bleef slechts de helft van de maaltijd over.
In de autopsie werd 50 ml voedsel, inclusief stukjes saus, gevonden in de maag van de vrouw, waar het verteerd was.
Dit is interessant. Als het voedsel vrijdagnacht was opgegeten, moest het al lang verteerd zijn. De forensische onderzoekers die de autopsie deden verklaarden zaterdagnacht als het moment van overlijden. Dus moest ze die dag nog gegeten hebben, bijna een dag na de levering van de maaltijd.
De vrouw van de Plaza gebruikte de Pay TV service van het hotel een keer op vrijdag en een keer op zaterdag. De politiedocumenten bevatten geen informatie van de gekozen zender of de geselecteerde taal.
Toen Jennifer woensdagnamiddag het hotel inlichtte dat ze die avond zou aankomen met een man, werd aan kamermeisje Vigdis Valø gevraagd om een extra donsdeken, zeep en handdoek te voorzien, toen de kamer enkel was klaargemaakt voor één persoon.
Toen de kamer de volgende dag werd schoongemaakt, was enkel een kussen en donsdeken gebruikt. Het extra donsdeken was opgevouwen en opzij gelegd. Valø plaatste het ongebruikte donsdeken in de kast en maakte het bed op voor één persoon.
We weten nu dat de vrouw van de Plaza van donderdag tot vrijdag weg was voor bijna 24 uur. Sinds het ‘niet storen’-bordje werd uitgehangen voor twee dagen, werd de kamer niet schoongemaakt op vrijdag en op zaterdag.
Als de vrouw van de Plaza zich klaarmaakte om vrijdagnacht naar bed te gaan, was het bed nog steeds opgemaakt voor één persoon. Toen de politie zaterdagnacht de dode vrouw op het bed fotografeerde, lagen beide donsdekens opnieuw op hun plek.
De donsdekens lagen naast elkaar. Het bed was slonzig.
Niets in de documenten geeft aan dat het bed was onderzocht op haar of andere biologische sporen.
Een paar uur na de dood van de vrouw werd het bed en de bedlinnen weggegooid.
Vrijdag en zaterdag werden drie flessen frisdrank van de minibar genuttigd: een Coca-Cola, een Coca-Cola Light en een Asina orange drink, en een zak chips was geopend. Het bier in de minibar bleef onaangeroerd.
Het wil voorvallen dat gedurende dezelfde periode de vrouw van de Plaza haar kleren streek of plande om dat te doen. Op foto’s van de politie is een strijkplank te zien, leunend tegen de muur tussen het bureau en de kast. Op het bagagerek, naast Jennifer’s elegante zwarte lederen jas, was een strijkijzer zichtbaar. Kamer 2805 was blijkbaar zo’n kamer die gasten toeliet om een strijkijzer en een strijkplank te bestellen om hun kleren te strijken.
Iemand in de kamer heeft ook een douche of een bad genomen. Toen de vrouw van de Plaza dood werd aangetroffen, lag de badkamerjas op een van de donsdekens. In de badkamer lag een gebruikte badhanddoek op de mat op de grond. Naast de lavabo lag er een stuk zeep en een van de kleinste flessen was geopend, mogelijk de shampoo. Op crime scene foto’s was te zien dat de vrouw mooie kleren aan had – allemaal zwart – en op haar rug lag op bed. Ze had make-up rond haar ogen, maar het is moeilijk om te zeggen hoe oud die was.
De vrouw van de Plaza leefde drie dagen gratis in het luxueuze hotel, zonder een rekening te betalen. Donderdag om 14u19 stuurde de receptie haar een bericht via het TV-scherm in de kamer, met de vraag om de receptie te contacteren. Het bericht werd de volgende dag bekeken in de kamer om 8u55.
Bericht nummer twee kwam vrijdag om 20u57. Acht minuten later werd het beantwoord met “OK”.
Zaterdagavond ontdekte receptionist Evy Tudem Gjertsen dat iets volledig verkeerd was, twee keer was de gast van 2805 niet naar de receptie gekomen nadat ze notie had genomen van de berichten die haar dat vroegen.
Om 19:36 verzond de receptionist een derde en laatste bericht, die net zoals de anderen werd bekeken met “OK”. Toen Tudem Gjertsen merkte dat het ‘niet storen’-bordje al twee dagen aan de deur hing, zond ze de security naar de kamer.
Dat was wanneer het schot afging, rond 19u50.
De vijftien minuten nadien bleef de kamer ongezien.
Een uur later kwamen de eerste politiekorpsen ter plekke, en ze stelde vast dat er een dode vrouw op bed lag, neergeschoten.
Om 02u40 werd het lichaam weggebracht in een lijkwagen.
Om 04u10 werden de matras en het bed weggenomen uit de kamer.
Om 05u00 was de politie klaar en werd de kamer weer vrijgegeven aan het hotel.
De zwarte diplomatentas die de navullingen vasthield, en mogelijk ook het wapen verschool, had een opvallend kenmerk: een piepkleine buffel in glinsterend metaal. Een foto-onderzoek door VG toonde aan dat het ging om het logo van Braun Büffel, een Duitse maker van luxueuze lederen spullen. Op het moment dat dit wordt geschreven, is VG aan het wachten op informatie over waar de aktetas werd verkocht in de periode vlak voor 1995.
Kamer 2818
Kamer 2816
Borghild
Strandenes
Onbekend
Kamer 2806
Reidar Hogstad met zijn toenmalige vrouw
Kamer 2804
Meneer F.
Kamer 2807
Ruth en Werner Zobrist
Kamer 2805
Jennifer's kamer
Kamer 2801
Tore Øyvind
Nilsborg met zijn toenmalige vrouw
Kamer 2818
Kamer 2816
Kamer 2806
Kamer 2804
Kamer 2807
Kamer 2805
Jennifers kamer
Kamer 2801
Kamer 2818
Kamer 2816
Borghild
Strandenes
Onbekend
Kamer 2806
Reidar Hogstad met zijn toenmalige vrouw
Kamer 2804
Meneer F.
Kamer 2807
Ruth en Werner Zobrist
Kamer 2805
Jennifers kamer
Kamer 2801
Tore Øyvind
Nilsborg met zijn toenmalige vrouw
KAMER
KAMER 2801: De pasgetrouwde Tore Øyvind Nilsborg en zijn toenmalige vrouw zagen niets bijzonders. KAMER 2807: Het Zwitserse koppel Ruth en Werner, op vakantie in Noorwegen, merkten niets van belang op. KAMER 2806: Reidar Hogstad en zijn toenmalige vrouw, op huwelijksreis, zagen niets. KAMER 2816: Onbekende gast. In de kamer van de overleden vrouw (2805) werd een plastic zak gevonden met een nummer van USA Today in. Op de zak stond het nummer “2816”. Een onbekende vingerafdruk op de zak wordt door de politie van Oslo doorgegeven aan Interpol. KAMER 2818: Borghild Strandenes belde de politie van Oslo zes dagen later op om te zeggen dat een buitenlands koppel haar aandacht had getrokken toen ze in het hotel verbleef. De politie belde haar nooit terug. KAMER 2804: Recht over kamer 2805 verbleef Mr F uit België, die zaterdagmorgen uitcheckte. Dat was een halve dag voor de Plaza-vrouw dood werd gevonden. Hij vertelt VG nu dat hij bij het uitchecken die zaterdagmorgen van een hotelmedewerker hoorde dat een vrouw dood was teruggevonden in het hotel. Toen VG vroeg hoe de staf van het hotel hem over een overlijden op de hoogte had gebracht voor dat had plaatsgevonden, antwoordde Mr F: “Ik weet daar niets over. Ik weet alleen dat ze me het vroegen. Dat is alles dat ik weet.”